Op 20 februari zijn we samen naar het impressionisme gereisd. Ik heb hen kort uitgelegd waarvoor deze stijlperiode stond en ze moesten uit enkele schilderijen van Monet, Manet en Renoir de kenmerken van het impressionisme halen. Dit begint hen echt zeer goed te lukken. Hierna kreeg elk kind van mij een kaartje met een impressionistisch schilderij op. Ze moesten vanuit dit schilderij eerst woorden en losse zinnen schrijven die hen hier aan deden denken (hun impressies). Vanuit deze losse woorden en zinnen moesten ze uiteindelijk een kort verhaal schrijven. Uiteindelijk nam ik alle schilderij-kaartjes en hun verhalen af en gaf ik elk verhaaltje aan een andere leerling. Zonder het schilderij-kaartje uiteraard. Elke leerling kreeg op die manier een verhaal van iemand anders. Hun impressie van dit verhaal moesten ze verbeelden in een tekening. Op het einde van de les vergeleken we deze nieuwe tekeningen met de originele impressionistische schilderijen en reflecteerden we hierover. We hadden wel helaas niet meer de tijd om iedereen aan het woord te laten, maar we hebben toch 10 tekeningen en verhaaltjes kort kunnen bespreken.
Je vertrekt bijna altijd van beeldende kunst om een kunstperiode te bespreken. Je kan misschien eens proberen om een kunstperiode vanuit een andere kunsttaal te bekijken, om van daaruit te vertrekken en andere kunsttalen te verkennen. Uiteraard kan je verder in de workshop ook nog verschillende beeldende kunstwerken tonen, maar het is misschien eens interessant om vanuit een andere kunsttaal te vertrekken.
BeantwoordenVerwijderenIk heb tot nu toe vijf workshops gegeven waarbij ik volgende kunsttalen heb gebruikt: muziek, literatuur, drama, dans en beeld. Inderdaad gebruik ik iets meer beeld, maar dat komt omdat dat mijn talent niet is en ik daar in deze stageperiode in wil groeien. Ik zal er dan toch nog eens over nadenken hoe ik iets minder beeld kan gebruiken.
BeantwoordenVerwijderen